|
- men verliest noch betreurt
bij het weggaan alleen onze handen, bij het weggaan - Druppel Men vernam de stem, langdurig en kwellend, de zanger gevlucht. dan de pijn, de waterval; bloedend na lange duur en kwelgeest men gaf hem zijn naam. naamloos, boom blad tak en al met leegte bedekt. hij sloeg daar vandaan een enkeling neer alles zei hij ben ik verloren. was het dan de varen, opgehangen, hikkend. inderdaad. men sloot de deur stevig af. jammer. zei hij. de mooie vrouw. alles heb ik verloren, begreep zij, die achterbleef. plotseling stak hij over. moeilijk is het, zich te dwingen in haar tienvoudige afwezigheid en alleen te blijven in een kamer voor negen men vernam de stem, gedempt door de regen hij kreeg zijn naam van de put: echo |
- gitmekle kaybedilmez,
üzülmez ellerimiz sadece, gitmekle - Damla Ses duyuldu, uzun ve ağrı-yan, iltica etmiş çığırtkan. acı sonra, şelale; uzun ve ağrıyanın ardından kanayan. adı konuldu. adsızken, ağaç yaprak dal ne varsa boşlukla örtülü. vurdu birileri arkasından, yitirdim dedi herşeyi. sarkmış fujer miydi ki, hıçkıran. evet. kapı ardına kadar kapandı. yazık. dedi. güzel kadın. yitirdim herşeyi, anladı, onunla duran. geçiverdi karşıya. zor olan, zorlamaktır kendini on-suzluğa ve kalmak tek başına dokuzla bir odada. ses duyuldu, yağmurla kısık kalmış adını kuyudan almış: aksiseda. |
Stempel
het regent oude regens bij het verdwijnen van de nacht
ruikt het naar schimmel op straat en tussen vrouwenbenen terwijl pennenstreken over scheidingen op papier terechtkomen spelen zij schreeuwende leugens sprookjes in de hitte van liefde de ruwheid van jullie handen vervuilt de nachtelijke grachten. dit is geen leugen want elke namiddag is zwanger van kinderlijke dromen, elke dag. bemerken zij bij de beklimming van de helling de vertrekkende hartstocht die het pad afdaalt met de kuddes geiten die niet rustig is weet ik niet rustig vanbinnen maar kan hij dan tenminste zeggen waarom? |
Damga
eski yağmurlar yağar kaybolurken gece
pas kokar sokaklar ve bacak araları kadınların ayrılıklara dair kalem izleri düşerken kağıda çığırtkan yalanlar masal oynarlar aşk tavında ellerinizin kısıklığı kirletir kanallarını gecelerin. yalan değil çocuksu düºlere gebedir her ikindi, ertedir çünkü. yokuş tırmanırken farkında olur mu ki terk eden sevda patika indiğini keçi sürüleriyle... içi rahat değil biliyorum içi rahat değil ama söyleyebilir mi ki nedenini? |
Op weg
I.
Een-twee regels
alvorens vluchtig de huid van het papier te raken heeft de reiziger, met zijn innerlijke gedachtengang, bevlekt... wie een weg zoekt, vindt... II. Ze waren bij ons met hun ruitjesrok alsmaar ronddraaiend en stokjes dragend - bekend uit de verhalen van onze moeders - onze slaap toverende feeën in onze dromen... dood-gaan is van dit spel het oudst en natuurlijk... |
Giderken
I.
Bir-iki satır
hafiften değdirmeden tenine kağıdın iç çizikliğini, karaladı yolcu... yol arayan, bulur... II. Bizimde ekose etekli durmadan dönebilen ve çubuklar taşıyan - annelerimizin hikayelerinden tanıdık - uykucu perilerimiz vardı düşlerimizde.. öl-mek en eskisi bu oyunun ve tabî... |
Vertaald uit het Turks door Sytske Sötemann
november 2003